De regelgeving omtrent stortplaatsen is in diverse documenten weergegeven.
Voor het beheer en de bescherming van het milieu – meer specifiek de bodem – stelt de Wet Milieubeheer (met name par. 8.2) algemene eisen aan stortplaatsen.
In het Stortbesluit worden deze eisen gespecificeerd naar beleidsmatige en technische eisen ter voorkoming van bodemverontreiniging. Hierbij valt te denken aan aanwijzing van bevoegd gezag, bodembeschermende maatregelen, monitoring van het grondwater en schriftelijke zekerheden voor beheer na het sluiten van de stortplaats. De eisen gelden voor zowel in gebruik zijnde stortplaatsen als voor gesloten stortplaatsen.
In de Uitvoeringsregeling Stortbesluit zijn bepalingen opgenomen omtrent vergunningverlening en vergunningvoorschriften aan beheerders van stortplaatsen.
Vanuit de uitvoeringsregeling Stortbesluit wordt verwezen naar de volgende technische documenten:
- Richtlijn drainage- en controlesystemen: Richtlijn drainagesystemen en controlesystemen grondwater voor stort- en opslagplaatsen (Heidemij Adviesbureau 1993);
- Richtlijn onderafdichtingen: Richtlijn onderafdichtingen voor stort- en opslagplaatsen (Heidemij Adviesbureau 1993);
- Richtlijn dichte eindafwerking: Richtlijn voor dichte eindafwerking op afval- en reststofbergingen (Publikatiereeks bodembescherming nr. 1991/2);
- Richtlijn geohydrologische isolatie: Richtlijn geohydrologische isolatie van bestaande stortplaatsen (Vereniging van Afvalverwerkers, Utrecht, juli 1997);
- Ontwerpprocedure grondwatermonitoring: Ontwerp-procedure grondwatermonitoring stortplaatsen (Vereniging van Afvalverwerkers, Utrecht, november 1995);